De verdwenen menora – Jan Terlouw en Sanne Terlouw
Sinds enkele jaren schrijven vader Jan Terlouw en dochter Sanne Terlouw regelmatig samen boeken. Thrillers wel te verstaan, omdat dit genre volgens het tweetal het beste werkt wanneer je samen schrijft. Deze week verschijnt de nieuwste vrucht van hun samenwerking, De verdwenen menora. Moeilijker en ingewikkelder dan hun thrillers tot nu toe, zo vinden vader en dochter.
Koop dit boek
In De verdwenen menora draait het allemaal om de gouden kandelaar die de Romeinen in het jaar 70 uit de tempel van Jeruzalem meenamen als oorlogsbuit. Deze zevenarmige kandelaar van massief goud was een heilig voorwerp voor de Israëlieten. In de loop der eeuwen is de kandelaar uit het oog verdwenen. Dat hij direct na de plundering van Jeruzalem in Rome is geweest, is een feit, hij staat namelijk afgebeeld op de triomfboog van Titus. Er doen diverse verhalen over de uiteindelijke bestemming van het voorwerp de ronde, zo zou hij door de Vandalen meegenomen zijn naar Carthago, volgens anderen ligt hij ergens op de zeebodem en volgens weer anderen heeft hij Rome nooit verlaten en bevindt hij zich nu in het Vaticaan.
Jan en Sanne Terlouw gaan in hun boek op fictieve een speurtocht naar de verdwenen menora. Het boek volgt de gebeurtenissen nadat een pater in de kathedraal van Den Bosch vermoord wordt. Vlak voor zijn dood zou deze pater een document veilig hebben gesteld waarin verwezen wordt naar de menora. De zoon van de pater gaat op onderzoek uit en komt twee religieuze groeperingen op het spoor die elkaar het licht in de ogen niet gunnen.
Bekijk hier de aflevering van het NTR-programma Kunststof TV, waarin het schrijversduo aan het woord komt over hun nieuwe boek.
De menora is overigens nog steeds een heikel punt tussen katholieken en Joden. Zo probeerden in 2009 nog een aantal Israëliërs de paus te laten arresteren bij een bezoek aan Israël, en hem zo te dwingen de gestolen voorwerpen uit de tempel terug te geven. Volgens het Vaticaan is de menora echter vernietigd, zo laten ze ook aan Jan en Sanne Terlouw weten nadat deze schriftelijk om informatie over het voorwerp gevraagd hadden.