Inspiratie

Het feestje van Ome Ben

Sander van Leeuwen debuteert in april bij Meulenhoff met zijn roman Liever geen applaus voor ik leef. Op deze plek verschijnt regelmatig een column over zijn belevenissen als debutant. Ik weet het, mijn eerste lezer moet nog maar gevonden worden. En het eerste boek moet nog maar verkocht worden. Toch was ik erbij vorige week. Zomaar vanuit het niets, meegenomen door de uitgever. Het boekenbal. Ze waren er allemaal, de groten van het schrijversvak: Nadja Hupscher, Ad Visser, Anna Drijver. Ze waren er. Natuurlijk, mensen die ook bekend zijn van tv, maar wie heeft hun laatste titel niet in de kast liggen? En het leuke is, ook de mindere goden waren welkom. Zwagerman, Verhulst, Biesheuvel, ook aan hen werd gedacht bij het versturen van de kaartjes. Doet de organisatie niet lullig over. Maar met schrijvers alleen vul je geen hele schouwburg. En dus waren er op het boekenbal eigenlijk heel veel gewone mensen. Mensen die gewoon werken bij de boekhandel of bij de uitgeverij. Die gewoon eens in het jaar een heel uitgebreid personeelsfeestje vieren met de buren van de Herengracht. En dat maakt, moet ik toegeven, het boekenbal tot best een heel gezellig feestje. Met hier en daar een Eddy Zoey, inderdaad. Het zou eigenlijk net zo goed het veertigjarig huwelijksfeestje van ome Ben en tante Ans kunnen zijn. Rond een uur of tien gingen we vanuit de uitgeverij richting de Schouwburg. Bij binnenkomst was ik direct iedereen kwijt. Het was namelijk nogal druk en je stond hier en daar in de rij. Daardoor begon ik de avond noodgedwongen met wat ik voor later op de avond van plan was: een rondje lopen om te kijken wie er allemaal waren. Nou, er waren nogal wat mensen. En vooral veel mensen die even een rondje gingen lopen om te kijken wie er allemaal waren. Door het hele gebouw ging een constante stroom van mensen die om zich heen keek. Van trap naar trap, van foyer naar foyer, alleen of in een groepje. Iedereen was zich aan het oriënteren. Waar moet ik zijn, wie is er nog meer en wat hebben ze aan. Je kon je zeker drie kwartier met de stroom mee laten voeren totdat je weer uitkwam op de plek waar je begon. Dat moet je in de Ardèche niet proberen. Maar na verloop van tijd had iedereen zijn plekje wel gevonden. Men raakte aan de praat en nam er nog een. En verhip, daar waren de eerste danspasjes. Ja, ze vierden het bedrijfsuitje, en ze vierden het goed. En ik stond ertussen. Dus ik zou zeggen, op naar volgend jaar. Ik hoop maar dat ome Ben dan weer zo uitpakt.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *