RecensiesRomans

Recensie: Liefde bij wijze van spreken, Yves Petry

Met De maagd Marino won Yves Petry in 2011 de Libris Literatuurprijs, een roman die vooral in het nieuws kwam doordat de Vlaamse auteur hem schreef naar aanleiding van een gruwelijk fait divers over een Duitse kannibaal. Naar zijn nieuwe roman werd dan ook uitgekeken, en we vinden er de vertrouwde barokke schrijfstijl van Petry in terug. Maar een mooie schrijfstijl maakt nog niet per se een goede roman, zo wordt al snel duidelijk.

Liefde bij wijze van spreken is opgebouwd als een klassiek drama in vijf delen. We kijken door de ogen van Alex Jespers, auteur van een succesroman, maar door het uitblijven van een volgend succes van het hoofdpodium verdreven. Zijn nieuwste boek is autobiografisch van aard en verhaalt over zijn omgang met Jasper en Kristien Fielinckx, broer en zus, die hun ouders verloren bij een auto-ongeluk. Hij groeide min of meer gelijk met hen op en zowel de verhouding met Jasper als die met Kristien werd innig.

De broer en zus verwerken de dood van hun ouders ieder op een eigen manier. “Wat definitief weg was, wat broer en zus gezamenlijk en voor altijd kwijt waren, wekte nog steeds golven van fantoompijn en fantoomwarmte op waarin ze zich verenigd wisten. Zó had het althans moeten zijn.” Maar zo is het niet. Jasper wordt tegen zijn zus en vriend nog humeuriger dan hij al was, laat zijn droom om iets met letteren te doen varen en verandert van seksuele voorkeur. Je zou kunnen zeggen dat hij na het ongeluk – waarbij hij in coma belandde – een ander mens werd.

Kristien daarentegen klampt zich krampachtig vast aan de toch al zo fragiele familieband en zoekt naar manieren om die familieband voort te zetten. Maar als Alex haar op zijn beurt gegeven heeft wat ze wilde, ontaardt hun relatie in stekeligheden en lichte vijandschap. Alex vertrekt met de noorderzon naar Amsterdam om zich daar op zijn schrijverscarrière te richten, in de hoop op die manier nog invloed te hebben op degenen die hij achterlaat.

De eerste helft van de roman zit strak in elkaar en beklemt, onder meer door de plotontwikkelingen, het taalgebruik en door de schildering van de personages. De auteur zet dat helaas niet door in de rest van het boek. Op een gegeven moment verzandt de roman in bespiegelingen over het schrijverschap, de liefde, de omgang met vrouwen en stuurloos gaan we vervolgens richting het einde, waar enkele nieuwe dramatische gebeurtenissen de lezer weer bij het nekvel dienen te grijpen – maar grote kans dat je tegen die tijd bent afgehaakt.

Wat ook niet meewerkt is dat de verteller wat narcistische trekjes heeft en vooral lang van stof is. Veel thema’s worden aangestipt maar vervolgens niet echt uitgewerkt. Al met al laat Yves Petry zien dat mooie zinnen en een strak opgebouwde vertelstructuur nog niet per definitie een interessante roman maken. Bovenal mist het verhaal in Liefde bij wijze van spreken urgentie en samenhang, het gebouw dat de auteur in zijn roman neerzet staat zonder cement.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *