RecensiesRomans

Recensie: Meneer Mac en ik, Esther Freud

Over de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog is al veel geschreven. Maar hoe was de situatie aan het thuisfront? Hoe voltrok zich het leven van de vrouwen, kinderen en ouderen in de Engelse dorpen en steden terwijl de jonge mannen hun leven waagden temidden van kogels en granaten? Esther Freud schrijft er over in haar nieuwste roman Meneer Mac en ik. Een roman over gewone mensen die stukje bij beetje meekrijgen hoe de wereld om hen heen verandert, al dan niet door de oorlog. Maar ook een roman over de natuur, dromen, liefde en rouw.

Meneer Mac en ik is deels op feiten gebaseerd. Een van de hoofdpersonen is namelijk de Schotse architect Charles Rennie Mackintosh. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zoekt hij samen met zijn vrouw de rust op in een kleine dorp aan de kust in het graafschap Suffolk. Hij brengt zijn dagen voornamelijk door met wandelen en het bestuderen van de natuur. Dat roept wat argwaan op bij de lokale inwoners, die door allerlei patriottistische pamfletten van de overheid toch al wantrouwend van aard zijn geworden.

Maar niet bij de jonge Thomas, zoon van de plaatselijke uitbater van een van de twee café’s. Misschien ook omdat Mackintosh net als Thomas mank loopt, een gebrek dat verbindt. Maar eveneens en vooral omdat Thomas net als Mackintosh geïnteresseerd is in kunst en architectuur. Bij Thomas uit dat zich in het tekenen van voornamelijk schepen en portretten. Schepen omdat die voor hem in zijn dromen een belofte van verre streken inhouden, hoewel hij weet dat, vanwege zijn beperking, de kans klein is dat hij ooit als matroos de wereld over zal reizen. En portretten zijn voor hemzelf een manier om mensen dicht bij zich te houden, de herinnering aan hen bijna als iets levends te maken.

Terwijl van alle kanten geruchten over de oorlog tot in het kleine dorp doorsijpelen, gaat het leven hier tegelijk gewoon door. De haring wordt nog steeds gekaakt door meiden die van heinde en verre komen – waaronder Betty, op wie Thomas verliefd wordt -, het bier vloeit nog steeds rijkelijk in de kroeg, en zijn vader heeft als er geen gasten zijn nog als altijd moeite om maat te houden bij het drinken. Maar op sommige dagen horen ze op het strand de kanonnen aan de overkant bulderen, en steeds vaker komen er zeppelins over, waarna de overheid nog strenger laat weten wat er moet gebeuren om de rust te houden.

Esther Freud heeft een beheerste schrijfstijl waarin veel aandacht is voor de gevoelens van de personages. Dat maakt tegelijkertijd dat sommige gedeeltes in het boek wat langdradig aanvoelen, de spanning hier en daar wat wegebt. Maar in andere episodes weet ze dan weer de juiste snaar te raken en treft ze je met beschrijvingen van gebeurtenissen die zo hun impact hebben in het dorp. Zoals berichten over getorpedeerde schepen, een neerstortend luchtschip, de angst van een jongen als zijn zus ernstig ziek wordt, zijn kwaadheid en machteloosheid tegenover het gedrag van zijn vader, zijn breekbare vriendschap met de oudere Mackintosh. Vooral in dat soort scènes toont zich de kracht van deze roman.

Daarnaast bevat Meneer Mac en ik mooie beelden van het leven aan het begin van de twintigste eeuw. Een leven waarin ambachten op het punt van verdwijnen stonden, maar de technische vooruitgang nog niet tot in de puntjes van het bestaan was doorgedrongen en het leven nog meer bepaald werd door de afwisseling van de seizoenen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *