Inspiratie

Recensie: Roxy, Esther Gerritsen

Schrijven over personages die op een of andere manier moeite hebben met sociale omgang of wat wereldvreemd zijn, is populair onder Nederlandse auteurs. De boeken van bijvoorbeeld Arnon Grunberg en Herman Koch staan er vol mee. En ook Esther Gerritsen zagen we het al doen in haar vorige boek Dorst, en met haar nieuwste roman Roxy gaat ze op dezelfde voet verder. In Roxy toont ze overtuigend hoe moeilijk het is om iemands ware bedoelingen te begrijpen en zijn haar dialogen sterker dan ooit.

Je kunt het Roxy niet kwalijk nemen dat ze eenzelvig is en angstvallig vasthoudt aan alles wat vertrouwd aanvoelt. Op haar zeventiende trok ze vanuit haar ouderlijk huis in bij de veel oudere, rijke Arthur, met wie ze sindsdien een dochtertje kreeg, Louise. Haar vader was als vrachtwagenchauffeur weinig thuis en haar moeder is constant dronken. Bij Arthur vindt ze de geborgenheid die ze miste en in zijn huis schrijft ze enkele boeken, waarvan alleen de eerste succesvol is, het boek waarin ze afrekende met haar jeugd. Het huis van Arthur wordt haar veilige haven, waar ze geen anderen duldt. Elke verstoring werkt verstikkend, zelfs een bezoekje van een monteur. “Eerst zijn er de uren waarin ze op de vreemdeling wacht, dan is het huis al niet meer van haar. Als zo’n man eindelijk aanbelt en ze de deur opent, lijkt de zuurstof het huis te verlaten.”

Maar de twee mensen die op een ochtend voor de deur staan moet ze wel binnenlaten. Politie. Arthur heeft een ongeluk gehad, hij is op de vluchtstrook gevonden, naakt, met een stagiaire in de auto. Vanaf dat moment stroomt het huis van Roxy vol met mensen die allemaal iets van haar willen. De oude, irrationele angsten steken de kop op, Roxy kan niets anders dan ervoor vluchten. “De vlucht is al veel eerder begonnen, ze herkent het van vroeger, hoe je langzaamaan oplost in je eigen bestaan, hoe haar ouders vreemdelingen werden en ze zich alleen maar verder hoefde te laten afdrijven, tot het bekende land niet meer te bereiken was.”

Er is echter een probleem waardoor een vlucht haast onmogelijk wordt, Roxy is dan misschien geestelijk nog half kind maar inmiddels ook moeder van een driejarig meisje. “Eenmaal in bed vraagt ze zich af hoe ze haar dochter zou moeten verlossen van zichzelf. Eigenlijk zou je een kind geleidelijk moeten laten overgaan in de handen van een ander, een betere.” Maar kun je je eigen kind wel zomaar aan iemand anders overlaten, en zelf verdwijnen?

Roxy is een indringend portret van een jonge vrouw die moeite heeft haar plaats in het leven te vinden. Diep in zich weet ze hoe het moet, moeder zijn, verantwoordelijkheid nemen, opkomen voor zichzelf. Maar de realiteit van het leven maakt dat het soms makkelijker lijkt om te laten versloffen, anderen de taken op zich te laten nemen, op de vlucht te slaan voor alles wat uitdaagt. Waar haar eigen moeder haar toevlucht zocht in drank, zoekt Roxy al snel na de dood van Arthur afleiding in seks.

Esther Gerritsen schreef met Roxy haar beste boek tot nu toe, een roman die nog lang blijft nazinderen. Haar personages schuren, haar dialogen zijn messcherp, en meer dan in Dorst komt het verhaal tot leven. Er is hoop voor mensen die soms even niet weten hoe ze het leven te lijf moeten gaan, laat Roxy zien. Haar naam betekent dageraad, en dat is wat je aan de horizon ziet, na een donkere nacht – en na het lezen van Roxy.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *