RecensiesRomans

Recensie: Archipel van de hond, Philippe Claudel

Philippe Claudel is al jarenlang een van mijn favoriete Franse schrijvers. Een van de hoogtepunten vond ik het boek Het kleine meisje van meneer Linh. Bescheiden van omvang, maar groots van zeggingskracht. Maar niet alleen vanwege zijn boeken trekt hij mijn aandacht, ook de films die hij regisseerde, Tous les Soleils en Il y a longtemps que je t’aime, zijn naar mijn mening erg sterk. Zijn nieuwste boek Archipel van de hond is wederom een pakkende vertelling, actueel én tegelijk tijdloos.

De menselijke conditie in woorden vatten, Philippe Claudel blinkt er in veel van zijn boeken in uit. Vaak wel met een wat duistere ondertoon, hij laat de mensen zien zoals ze (te) vaak kunnen zijn, op hun slechtst, egoïstisch, uit op eigen gewin. In Archipel van de hond speelt de verteller ook die rol: blootleggen, registreren wat de beweegredenen van mensen zijn. ‘Jullie begeren goud en verspreiden as.’ De openingszin geeft al direct aan met wat voor slag mensen deze roman vol zit.

Het verhaal neemt je mee naar een eilandengroep ver weg, fictief, maar het zou zomaar ergens op de wereld kunnen zijn. Daar is een klein eilandje waar mensen aan de rand van de moderne samenleving staan. De mensen leven er voornamelijk van visserij. De jacht op tonijn heeft in de loop der eeuwen haast mythische vormen aangenomen. De mythische beelden die Claudel in zijn roman oproept worden nog versterkt door de omgeving. Het dorp ligt in de schaduw van een vulkaan, die haast een levend wezen lijkt. Af en toe roert hij zich in zijn slaap, met kleine boeren, oprispingen, een geur van verrotting. Als om te laten zien dat elk moment een catastrofe dreigt.

Maar de ramp die het dorp treft komt niet van de vulkaan, maar uit de zee. Op een dag spoelen drie lijken aan. Vluchtelingen, zo is al snel duidelijk. De zeven ontdekkers besluiten het in de doofpot te stoppen, onder leiding van de burgemeester. Die laatste vreest dat de komst van vluchtelingen investeerders kan afschrikken om mee te doen met het Thermenproject, waar de burgemeester zijn hoop op heeft gezet. Ze dumpen de lichamen, maar al snel blijkt dat hiermee een onvoorzien, onafwendbaar proces in werking is gezet dat de ondergang van het dorp lijkt te worden.

De auteur neemt wat tijd om je het verhaal binnen te loodsen, maar gaandeweg krijgt Archipel van de hond meer vaart en kun je het boek al snel niet meer naast je neerleggen. De hoofdpersonages uit het boek krijgen geen naam, alleen typeringen (‘de onderwijzer’, ‘de burgemeester’, ‘de dokter’) maar komen toch tot leven. Het zou ieder van ons kunnen zijn. De een is wat meer de onderwijzer, onderzoekend, op jacht naar de waarheid, maar ook naïef. De ander is misschien meer de burgemeester, heel redelijk en logisch denkend, strijdend voor de gemeenschap, maar daardoor onverschillig voor het leed van individuen. En dan is er ook nog de commissaris die de gemeenschap infiltreert, een onopvallende man.

Archipel van de hond is een meeslepend verhaal, een duistere parabel over de manier waarop samenlevingen omgaan met bedreigingen van buitenaf. Philippe Claudel weet je met schitterende metaforen en beelden te grijpen en trekt je moeiteloos deze bijzondere, mythische wereld binnen. De roman zet je aan het nadenken over de wereld waarin we leven, wat volgens mij toch een van de belangrijkste functies van literatuur is.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *