RecensiesRomans

Recensie: Buskruit en kaneel, Eli Brown

Buskruit en kaneel, de titel dekt de lading van Eli Browns tweede roman volledig. Want aan de ene kant is het een culinaire ontdekkingsreis over de zeven zeeën, aan de andere kant is het een overdonderend spannend verhaal over achtervolgingen en bloedige confrontaties tussen piraten en kooplieden. Eli Brown neemt je mee in de sferen van Pirates of the Caribbean, naar die ongelooflijk romantische wereld van piraterij, met schatten beladen schepen, stormen en onbewoonde eilanden. En dat ook nog eens in een bloemrijk en geurend proza waar je al snel versteld van staat.

Owen Wedgwood is een begenadigd kok. Hij is al 8 jaar in dienst bij de Britse lord Ramsey, die een fortuin vergaard heeft met de overzeese handel. Maar met al die handel heeft hij ook kwaad bloed gezet. Niet in het minst bij de roodharige en welgevormde piratenkapitein Hannah Mabbot. Wanneer Ramsey op een onbewaakt ogenblik te dicht bij de kust in zijn landhuis verblijft, wordt hij tijdens een copieuze maaltijd overvallen door dit angstaanjagende schepsel, die vergezeld wordt door haar trouwe metgezellen, de ontzagwekkende dr. Apples en de schimmige Chinese tweeling Feng en Bai. Zonder pardon jaagt Mabbot een kogel door Ramseys hoofd. Omdat de gerechten op tafel de aandacht van haar trokken, neemt ze de kok mee naar het schip de Flying Rose, “een bark met vier masten waarvan de voluptueuze ornamenten al eens zijn beschreven in The Times door zeldzame zielen die haar met eigen ogen hadden gezien en het konden navertellen.”

Zo belandt Wedgwood op een piratenschip, en Mabbot doet hem vervolgens een uitzonderlijk voorstel. Elke zondag moet hij voor haar koken en met haar dineren, om zo zijn verblijfsrecht voor de komende week verdienen. Als het gerecht niet bevalt, zijn de consequenties duidelijk en onvermijdelijk. Maar er is een groot probleem, hij kan enkel gebruik maken van de voorraden van het schip, en soms wat extra’s die ze van land halen. En die zijn op z’n zachtst gezegd nogal karig. Met alleen meel, rijst, rozijnen en nog een twintigtal andere goed houdbare producten moet hij maaltijden bereiden die niet zouden misstaan in een duur restaurant. Wedgwood moet al zijn vindingrijkheid aanspreken om zijn leven veilig te stellen. Het voordeel van zijn taak is dat hij de rest van de week in relatieve rust kan doorbrengen. Hij gaat op zoek naar een manier om van het schip te ontsnappen, maar raakt tegen zijn wil in betrokken bij een vete tussen Mabbot en De Koperen Vos, de mythische figuur die ze achterna blijken te zitten. En op hun beurt worden Mabbot en haar scheepslui achterna gezeten door de wraakzuchtige Fransman Laroche, de kapitein van een voor die tijd hypermodern schip met enkele gevaarlijke wapens aan boord.

Buskruit en kaneel is een ouderwets goede avonturenroman die je geregeld op het puntje van je stoel doet zitten. Steeds weer vraag je je af wat voor maaltijd Wedgwood nu weer zal verzinnen om de kapitein tevreden te stellen. En die maaltijden mogen er wezen: “Haringpaté met rozemarijn op walnotenbrood. In thee gerookte palingravioli dichtgeschroeid met gekaramelliseerde knoflook en laurierblad. En als touche finale in rum gepocheerde vijgen gevuld met Geplunderde Blauwe en besprenkeld met honing.” Maar daarnaast is er ook het spannende verhaal, waarin je meeleeft met Wedgwood terwijl hij ontsnappingspogingen beraamt, maar op een gegeven moment ook sympathie krijgt voor de piratenbende, als hij doorkrijgt waarom Mabbot achter de Vos aanzit. Want binnen de kortste keren verandert de queeste van Mabbot in een soort calimerogevecht van een klein piratenschip tegen een machtige internationale handelscompagnie. Die transformatie maak je ook als lezer mee, in het begin van het boek hoop je nog dat Wedgwood snel weet te ontsnappen aan zijn ontvoerders, maar hoe langer hoe meer ga je hopen dat hij op de Flying Rose blijft, aan de zijde van de piraten.

Eli Brown schrijft bevlogen proza, dat je doet watertanden én verlangen naar meer. “Sommige gerechten zijn zo troostrijk, zo voedend voor lichaam en ziel, dat ze eten is alsof je thuiskomt na een lange reis. Zo’n maal doet je herinneren dat, hoewel de wereld wemelt van messen en stormen, het lichaam is gemaakt voor vriendelijkheid.”

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *