RecensiesRomans

Recensie: Charlotte, David Foenkinos

Een obsessie, zo ziet de Franse schrijver David Foenkinos zijn fascinatie voor Charlotte Salomon. Met zijn boek Charlotte brengt hij een ode aan deze Duits-Joodse kunstenares die in 1943 in Auschwitz vermoord werd. Jarenlang was Foenkinos op zoek naar een vorm om zijn bewondering voor Salomon onder woorden te brengen. Moest het een roman worden, of eerder een biografie? Het resultaat is een bijzondere mengeling van een kaal feitenrelaas en fictieve passages waarmee hij het onderwerp van zijn fascinatie tot leven brengt.

Voorbestemd voor de dood, zo zou Charlotte Salomon zichzelf kunnen omschrijven. Door de generaties heen trok het spook van de zelfdoding een verwoestend spoor. Haar tante, haar moeder, haar oma, diverse familieden die verder weg stonden, allemaal maakten ze op een gegeven moment eigenhandig een eind aan hun leven. Onder die druk, een soort zwaard van Damocles, groeit Charlotte op, en onder die druk ontwikkelt ze zich tot een begenadigd schilderes en tekenares.

Als om de aandacht te vestigen op haar bijna onontkoombare lotsbestemming laat Foenkinos zijn boek beginnen met de dood van die andere Charlotte, haar tante, die op een nacht van een brug in het ijskoude water springt. Dat vormt het startpunt voor alle ellende die de familie in het vervolg zal treffen. De ouders nemen het zich altijd kwalijk, het zusje Franziska, de moeder van Charlotte Salomons, zal er haar leven lang door gekweld worden. Op de achtergrond passeren de grote gebeurtenissen in de twintigste eeuw de revue. Franziska gaat naar het front van de Eerste Wereldoorlog als verpleegster, waar ze kennismaakt met Albert. Hun samenkomen in de diepste donkerte van de vorige eeuw is haast symbolisch voor de rest van hun leven.

Het enige lichtpuntje is het talent van Charlotte, leer je uit de beschrijvingen van Foenkinos. Maar dat lichtpuntje wordt ruw gedoofd door het opkomende nazisme en de bijbehorende groeiende jodenhaat. Toch ontsnapt ze een aantal keer aan de greep van de vijanden, om uiteindelijk in Zuid-Frankrijk te belanden. Dat bleek achteraf geen beste keus, getuige het verschil tussen haar lot en dat van haar vader en stiefmoeder, die naar Nederland vluchtten.

‘Dit is mijn hele leven.’ Met die woorden levert Charlotte in Zuid-Frankrijk haar levenswerk af bij een bevriende arts, korte tijd voor ze door de nazi’s wordt opgepakt en gedeporteerd. Een levenswerk dat tegelijk met het boek van Foenkinos ook verschenen is onder de titel Leven? Of Theater?. Een verslag van haar leven in woord en beeld, waarin de hoofdpersonen uit haar leven aan bod komen, met vooral veel aandacht voor Alfred, de liefde van haar leven, die zelf haar liefde maar min of meer leek te beantwoorden.

Foenkinos beschrijft dit alles in afgemeten zinnen, wars van poëzie en beeldspraak. Vooral in het begin is de vertelstijl wel even wennen, op sommige momenten lijkt het wel erg simpel geschreven. Maar hoe meer je in het verhaal komt, hoe meer je zelf als lezer mét Foenkinos ook gefascineerd raakt door het levensverhaal van de Duitse kunstenares. En halverwege blijken de korte zinnen juist ook bij te dragen aan de kracht van het verhaal. Want waar Charlotte beelden tot haar beschikking heeft om zich uit te drukken, heeft de auteur alleen maar woorden om te vertellen. Daarmee wordt dit boek een soort papieren struikelsteentje, ter ere van een moeilijk te peilen vrouw, die voortleeft in haar kunstwerken.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *