RecensiesRomans

Recensie: De jongen op de berg, John Boyne

John Boyne keert met zijn nieuwste roman De jongen op de berg terug naar het decor van zijn meest succesvolle roman tot nu toe: de Tweede Wereldoorlog. Het verfilmde De jongen in de gestreepte pyjama wist de harten van vele lezers te beroeren. Lukt dat hem ook met deze roman?

Net als bij De jongen in de gestreepte pyjama, kiest de auteur er voor om zijn hoofdpersoon in een omgeving te plaatsen die niet direct gebruikelijk is voor een feelgood roman: aan de zijde van de bad guys. In dit geval gaat dat wel erg ver, want de hoofdpersoon, Pierrot, belandt uiteindelijk in het hol van de leeuw: op de Berghof, Hitlers verblijf in de Beierse bergen.

Maar voor het zover is, voorziet de auteur zijn personage van het broodnodige dramatische achtergrondverhaal. Pierrot groeit op als enige zoon van een Franse moeder en een Duitse vader. Die vader vocht in de Eerste Wereldoorlog, en hield daar een trauma aan over. Zo erg zelfs dat hij zijn toevlucht tot drank en huiselijk geweld zoekt. Dat gaat van kwaad tot erger, tot hij op een dag van huis wegloopt en voor de trein ‘valt’. Wanneer ook Pierrots moeder kort daarna overlijdt, staat de jonge wees van zeven er alleen voor. De moeder van zijn beste vriend Anshel, die Joods is, zorgt ervoor dat hij in een weeshuis terechtkomt – bij zijn vriend in huis wonen, wat Pierrot het liefst zou willen, staat ze niet toe, alsof ze voorvoelt wat voor een problemen dat een aantal jaar later zou kunnen geven.

In het weeshuis hoeft Pierrot niet lang te blijven. Er blijkt namelijk nog een tante van hem te zijn, die in Duitsland woont. En als zij hoort dat Pierrot alleen is overgebleven in het verre Frankrijk, besluit ze hem naar zich toe te halen, naar de plek waarvan ze verwacht dat het de komende jaren de meest veilige plek op aarde zal zijn: de Berghof, Hitlers hoofdkwartier in de Alpen, waar ze huishoudster is. Maar is het wel de beste plek voor een jongen van zo’n makkelijk beïnvloedbare leeftijd?

De jongen op de berg begint sterk, op de typische manier van John Boyne. Door de ogen van een jong kind kijk je naar de grotemensenwereld, en verwonder je je over hun gewoontes en handelingen. Wanneer het verhaal echter in een stroomversnelling geraakt, neemt de kracht ervan evenredig af. In de tweede helft van het boek wordt namelijk wel met erg grote sprongen door het verhaal gegaan, waardoor de hoofdpersoon – die dan inmiddels Pieter heet – steeds minder diepte krijgt. De jongen op de berg is daardoor een verhaal dat vlot leest, maar dat niet zoveel impact heeft als Boynes bekendste roman.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *