RecensiesRomans

Recensie: Een maand op het land, Joseph Loydd Carr

De Britse auteur Joseph Loydd Carr werd in 1980 bekend met zijn novelle A Month in the Country, genomineerd voor de prestigieuze Booker Prize en winnaar van de Guardian Fiction Prize. In 1986 verscheen het ook in Nederland. Uitgeverij Nieuw Amsterdam brengt het dit jaar in een vernieuwde editie op de markt. Een korte maar krachtige beschouwing over het oppakken van een leven na het meemaken van een traumatische ervaring: de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.

Tom Birkin komt enkele jaren na de Grote Oorlog per trein aan in een klein dorp in het noorden van Engeland. Hij is er door de plaatselijke predikant ingehuurd om een middeleeuwse muurschildering onder een laag pleisterwerk vandaan te halen. Dankzij het legaat van een onlangs overleden dorpsbewoonster is hier wat geld voor beschikbaar – evenals voor de zoektocht naar een oud graf van een van haar verre voorvaderen, die net buiten het kerkhof begraven zou zijn.

Met de herinneringen aan de hel van Passendale nog vers in het geheugen, én met de ervaring van een lastige scheiding van zijn vrouw, begint Tom minutieus aan het karwei. Hij overnacht in de kale kerktoren, maar blijft niet onopgemerkt door de dorpsbewoners. Eerst sluit een jong meisje vriendschap met hem, ook leert hij Moon kennen: de man die op zoek is naar het graf en net als Tom gevochten heeft in de loopgraven.

Het meeste indruk maakt nog wel de vrouw van de predikant, Alice Keach. Ze is een schoonheid en lijkt niet op haar plek als vrouw van de norse, onvriendelijke voorganger. Al snel komt ze iedere dag even kijken naar de vorderingen van Tom, maar Tom weet ook dat het moment van zijn vertrek uit dit afgelegen dorp dichterbij komt met elke laag pleisterwerk die verdwijnt.

Het is makkelijk Een maand op het land snel uit te lezen, naast je neer te leggen en door te gaan naar een volgend boek. Maar onder en tussen de ogenschijnlijk onbeduidende observaties waar het boek vol mee staat, zit een diepere laag die je alleen bij wat meer aandachtig lezen zal opvallen. Het is geen typische oorlogsroman en de zinnen staan niet vol met verwijzingen naar dood en verderf. Carr speelt daarentegen juist met dat thema door het uitlichten van het tegenovergestelde: de schoonheid, in de kunst, in het landschap, in de geuren en kleuren.

Door weg te laten wat voor iedereen duidelijk is, maakt Een maand op het land dubbel zoveel indruk. Ook laat Carr zien wat het trauma van de oorlog werkelijk betekende, voor de mensen die hierna door moesten, die zo ‘gelukkig’ waren dat ze het overleefden. Voor Birkin is sindsdien alles ongrijpbaar. Een maand op het land glipt tussen de vingers door, wat in de natuur de ene dag nog wonderschoon leek is een week later verdwenen. Nauwkeurig verwijdert hij de witte laag over het kunstwerk, om aan het eind te constateren dat het een prachtige schildering is, maar dat het hem niets doet. De auteur slaagt er als geen ander in om de ongrijpbaarheid van het bestaan onder woorden te brengen. “Het is voorbij en je kunt alleen maar wachten tot de pijn overgaat.”

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *