RecensiesRomans

Recensie: Het een als het ander, Ali Smith

Zien en gezien worden, dat is het hoofdthema in Het een als het ander, de nieuwste roman van de veelbekroonde Schotse schrijfster Ali Smith. In de roman wordt een inventief spel gespeeld met tijdsverloop en personages, misschien iets té inventief en experimenteel voor veel lezers. Dat blijkt alleen al uit de opzet van het boek: het bestaat uit twee delen, waarbij de ene helft van de oplage begint met het ene deel en de andere helft met het andere. De ene lezer begint bij het openslaan van het boek met het verhaal van het Engelse meisje George, de andere met het verhaal van een 15e eeuwse schilder in Italië.

De lezers die met het verhaal van George beginnen zijn wellicht een beetje in het voordeel, want dit verhaal is het meest krachtig, rechtlijnig en blinkt uit in gevoel en gelaagdheid. We volgen haar in haar puberjaren door de staat van rouw waarin ze verkeert na het overlijden van haar moeder. Haar bedroefde vader neemt zijn toevlucht tot drank, het huishouden en de zorg voor haar jongere broertje komt op de schouders van George (Georgia) terecht. Met gevoel voor timing weet Ali Smith een intiem beeld te schetsen van de verschillende stadia waarin George door de rouwperiode heen gaat, en de onverwachte steun die ze krijgt van haar beste vriendin. Een centrale rol speelt een reis die ze met haar broertje en moeder maakte naar Italië, vlak voor de dood van haar moeder, om een fresco te gaan bekijken van Francesco del Cossa, de lievelingsschilder van haar moeder.

Het andere deel van de roman volgen we vanuit de ogen van die 15e eeuwse schilder Fransesco del Cossa. Delen van zijn (onbekende) leven passeren de revue terwijl het personage van de schilder in een soort reïncarnatie door een onzichtbare band gebonden wordt aan George – als zij naar een schilderij van hem kijkt – en zo de 21e eeuw binnentreedt. Ali Smith maakt van Francesco een vrouwelijke schilder, die verkleed als man door het leven gaat. Die ambiguïteit over sekse speelt daarmee een grote rol, en bindt beide verhalen ook aan elkaar.

Leeft Francesco alleen in de gedachten van George, of is het misschien wel andersom? Wie vormt er eigenlijk een beeld van wie? Observeren en geobserveerd worden, en wat zie je eigenlijk als je naar iemand kijkt, de huid, de botten, iemands hart, en is dat er eigenlijk wel als je het niet ziet, als het weggestopt zit onder het oppervlakte? – Is haar moeder er nog, nu ze onder de grond ligt? – Het een als het ander zit boordevol dit soort gedachten over identiteit en verbondenheid, verpakt in een eigenzinnige vorm en stijl.

Vooral die stijl zit het verhaal in het deel over Francesco in de weg. Het sterkst waren dan ook de passages over het leven van George, die in haar deel indrukwekkend dicht bij je komt. De beschrijving van haar rouw en vragen over de dood van haar moeder vormen de beste gedeeltes van het boek. Wie met wat moeite ook in het andere deel door de stijl heen kan lezen wordt bovendien beloond met interessante beelden en ideeën over wat iemand maakt tot wie hij is, over de onverbreekbare band tussen heden en verleden.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *