RecensiesRomans

Recensie: Nu de angst is verdwenen, Monika Held

Hoe is het om een Auschwitz-overlever te zijn? Als je de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog niet zelf meegemaakt hebt, zul je het nooit weten. “Tussen uw voorstellingen en onze ervaringen rijdt geen trein”, zo verwoordt de hoofdpersoon van Nu de angst is verdwenen van Monika Held het treffend. Dat beeld vat eigenlijk ook meteen in enkele woorden samen waar deze indrukwekkende roman over gaat. De herinneringen van een overlever versus de blik van de buitenwereld, waar mensen verder proberen te leven na de oorlog.

Heiner en Lena zijn de hoofdpersonen van de roman, en ze zijn een onwaarschijnlijk koppel. Hij is zo’n 15 jaar ouder, broos van lijf en leden, zij een levenslustige vrouw met de toekomst en de wereld voor zich. Toch is er iets dat hen beiden naar elkaar toe trekt. Voor Lena is dat bij hun eerste kennismaking iets in zijn ogen, zijn stem, voor Heiner is Lena letterlijk de reddingsboei waaraan hij zich vastklampt. Zonder haar is het maar de vraag hoe lang hij weerstand had kunnen bieden aan de verlokkingen van een vroegtijdig levenseinde.

Lena vangt hem namelijk op in de gangen van de rechtbank waar een belangrijk Auschwitzproces plaatsvindt. Heiner is er om te getuigen, en zakt in een pauze in elkaar, van vermoeidheid, van wanhoop. Lena zet hem rechtop en vanaf dat moment zijn ze onafscheidelijk. ‘Kijk Lena’, zo begint Heiner elk verhaal over Auschwitz, elk verhaal dat hij ophangt aan iets wat hij in het dagelijkse leven ziet. Bij alles, zelfs het meest alledaagse, is er in zijn gedachten een koppeling met Auschwitz te maken, en naar de verschrikkingen die hij daar beleefde.

Samen met Lena gaat Heiner langs bij zijn oude kameraden uit het kamp, de enigen met wie hij zij ervaringen werkelijk kan delen. Uit al de verhalen die ze hoort, vormt Lena zich een beeld van het kampleven, tot al die verhalen samensmelten tot een soort groter verhaal waarin personages en gebeurtenissen inwisselbaar zijn, met als gemene deler de keuze van mensen tussen kwaad en goed.

Zonder sentimenteel te worden – een manco van veel holocaustromans – laat Monika Held zien hoe Heiner zich in het kamp staande wist te houden. Maar ook hoe hij na de oorlog zijn ervaringen als getuige weet te verwoorden tegenover de rechtbank. Met gevaar voor eigen leven, door een zolderraampje, registreerde hij in het kamp enkele van de meest gruwelijke misdrijven van de nazi’s.

Maar ook mooi schetst de auteur hoe de band tussen Heiner en zijn vrouw Lena in elkaar zit. Hoe Heiner, als hij de liefde wil behouden, zal moeten leren om ook het heden de ruimte te geven in zijn leven. Alleen in het verleden leven is uiteindelijk geen leven. En voor Lena is de zware taak weggelegd om te aanvaarden dat er altijd iets in haar man zal zijn waar ze geen grip op heeft.

Over de verschrikkingen van Auschwitz is al veel geschreven, en om ook maar iets mee te krijgen van die verschrikkingen volstaat het om de vele documentaires te bekijken. Wat Monika Held doet is belangrijker; op basis van waargebeurde verhalen een nieuw verhaal vertellen waarmee de wereld, ook als de laatste stemmen van overlevenden verstomd zijn, eraan herinnerd wordt dat er voor iedereen een keus is: “Of wij engelen zijn of duivels, bepalen we zelf.”.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *