RecensiesRomans

Recensie: Palmen in de sneeuw, Luz Gabás

Dat Spanje een koloniaal verleden heeft in Zuid- en Midden-Amerika is wel bekend. Maar ook in Afrika had het land enkele kolonies. Palmen in de sneeuw neemt ons mee naar het Spaans-Guinea van de jaren ’50 en ’60 van de 20e eeuw. Het land werd in 1968 onafhankelijk en heet nu Equatoriaal-Guinea. Luz Gabás, hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan de universiteit van Zaragoza, schrijft in haar debuutroman meeslepend over de arbeidsmigranten wiens harten verscheurd werden tussen het tropische, paradijselijke land en de besloten bergdalen van hun herkomst in de Pyreneeën.

Kylian reist in de voetsporen van zijn vader Anton en broer Jacobo halverwege de 20e eeuw af naar een eilandje voor de kust van Spaans-Guinea. De afstand en het feit dat ze die per boot moesten overbruggen, maakten dat ze hun thuisland voor lange tijd vaarwel moesten zeggen. Slechts een keer in de twee, drie of zelfs meer dan vier jaar konden ze naar huis afreizen. Maar het werk op de cacaoplantages leverde meer op dan het zwoegen in de bergdalen, waar de beschaving en de bijkomende voordelen van het moderne leven nog amper doorgedrongen waren.

Voor de jongere Kilian is de overgang naar het leven in de kolonie fors. Hij leert er omgaan met de verschillen tussen blank en zwart, maar ook wat hard werken is, in de verzengende hitte. Samen met zijn broer ontdekt hij ook het uitgaansleven en ziet hij hoe anders er hier wordt omgegaan met vrouwen en relaties.

Tientallen jaren later leren we Clarence kennen, de dochter van Jacobo. Samen met haar nichtje Daniela is ze opgegroeid in de bergen van Pasolobino, en hebben ze in hun jeugd veel verhalen gehoord van hun beide ouders. Ze ontdekt een geheimzinnig fragment van een brief uit de tijd dat haar vader in Afrika werkte. Ze raakt gefascineerd door wat het fragment mogelijk betekent: had haar vader of haar oom er een relatie met een vrouw? En betekent dit dat er daar misschien nog familie van haar rondloopt? Ze besluit op onderzoek uit te gaan, en onder het mom van een onderzoek voor haar promotie reist ze af naar het land en zoekt ze er naar sporen uit het verleden.

Dat verleden blijkt nog levend, ook in het verre land. Ze maakt er kennis met enkele kleurrijke figuren, waaronder mensen die haar vader en oom nog gekend hebben. Hoe meer ze ook ontdekt, hoe meer duidelijk wordt dat er een geheim is dat misschien maar beter niet opgerakeld kan worden. Een geheim over haar vader en oom dat even pijnlijk als schokkend is.

Palmen in de sneeuw is een lijvige roman, waarin verschillende lijntjes en familieverbanden ontrafeld worden. Luz Gabás schrijft met veel enthousiasme en oog voor details over de koloniale tijd. De mensen, zowel blank als zwart, komen tot leven in haar beschrijvingen en ze geeft ons een interessante geschiedenisles over een weinig bekende episode uit de Spaanse geschiedenis. De opkomende verlangens naar vrijheid van de onderdrukte zwarte bevolking komen mooi tot uiting in het boek.

Houd je van lekker dikke, licht romantische boeken over familierelaties en oude geheimen dan zit je bij Luz Gabás goed. Ze vermengt romantiek, geschiedenis en spanning tot een broeierig verhaal waarin de hitte en het klamme klimaat van het land op de evenaar doordringen. Een vleugje teveel toevalligheden en wat al te overdreven en gedetailleerde beschrijvingen (bijvoorbeeld de trillende neusvleugels als iemand lacht) halen soms de vaart wat uit het verhaal. Was het boek een derde minder lijvig geweest, dan had het zeker 4,5 sterren gekregen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *