RecensiesThrillers

Recensie: Wat ons niet zal doden, David Lagercrantz

Je moet het maar aandurven: een vervolg schrijven op een thrillerserie die tientallen miljoenen fans telt. Er zijn echter waarschijnlijk weinig mensen zo geschikt voor deze taak als David Lagercrantz. Net als Stieg Larsson is hij journalist, en hij heeft al meerdere boeken op zijn naam, zowel fictie als non-fictie. Met Wat ons niet zal doden geeft hij de talloze fans van de Millennium Trilogie waar voor hun geld: meer spannende avonturen van Michael Blomkvist en Lisbeth Salander.

Helemaal aan het begin van het boek, in een korte proloog, krijgen we direct een beeld van de inhoud van deze nieuwe Millennium-thriller. In drie zinnen wordt duidelijk dat Lisbeth Salander nog steeds is wie ze in de eerste delen was: een eigenzinnige hacker, op jacht naar (of op de vlucht voor) spoken uit het verleden. Na die eerste introductie blijft Salander bijna de helft van het boek min of meer uit beeld, hoewel ze op de achtergrond een rol speelt. Het verhaal focust zich op een nieuw personage, Frans Balder, een specialist in kunstmatige intelligentie. Hij is onlangs weer terug naar Stockholm verhuisd, nadat hij een tijdlang in de VS heeft gewerkt. In zijn thuisland neemt hij de zorg op zich voor zijn autistische zoon August, die bij zijn moeder en stiefvader wegkwijnde.

Maar Balder verliet niet zonder reden de VS. Hij is de bedenker van een nieuw soort kunstmatige intelligentie die grote gevolgen kan hebben voor de toekomst van de mens. Al snel blijkt dan ook dat er iemand achter hem aan zit, op jacht naar die informatie. De geheime dienst in Zweden krijgt te horen van de Amerikaanse NSA dat iemand het mogelijk op zijn leven gemunt heeft. En dan komt Michael Blomkvist om de hoek kijken. Balder neemt namelijk contact met hem op, met het idee hem in te wijden in de geheimen waar hij al die tijd aan gewerkt heeft. Blomkvist arriveert, midden in de nacht, bij Balders woning en komt daar oog in oog te staan met een nietsontziende Russische oud-militair. Wat beiden dan nog niet weten is dat ook de hoogbegaafde maar tegelijk gehandicapte zoon August bij zijn vader woont. En zijn aanwezigheid blijkt cruciaal voor het vervolg.

David Lagercrantz slaagt er met zijn vervolg op de serie van Stieg Larsson in om een groot deel van de succesfactoren over te nemen en verder uit te werken. Veel van de personages uit de eerdere delen zijn bekend, en vertrouwd. Zo komen we naast Blomkvist en Salander ook Erika Berger en Jan Bublanski weer tegen, en komt eveneens Holger Palmgren om de hoek kijken. Het enige dat je Lagercrantz hierin kunt verwijten is het feit dat er in die laatste personages weinig ontwikkeling lijkt te zitten: inderdaad, ze zijn nog steeds dezelfde en gedragen zich nog steeds hetzelfde. Bij Blomkvist en Salander zelf veroorlooft de auteur zich wat meer vrijheid in hun ontwikkeling. We zien Salander bijvoorbeeld zich ontfermen over de autistische jongen, wat een interessant inkijkje geeft in haar eigen psyche. En Blomkvist blijkt het tijdschrift Millennium steeds minder loyaal te zijn, wordt het voor hem niet eens tijd zich op andere dingen te richten?

Millennium 4 mist de rauwheid in stijl en verhaal van de eerdere drie delen wel een beetje. De thriller is gepolijster en mede door het onderwerp, kunstmatige intelligentie en de geheime diensten, wat meer in de stijl van andere hedendaagse thrillers. Voor de echte Larsson-fan zal de weg die Lagercrantz inslaat daardoor misschien wat minder goed bevallen. Maar voor iedereen die smulde van de eerste drie delen en de bekende personages nog geen gedag wil zeggen biedt Wat ons niet zal doden uitkomst. Het is een vlot lopende, sterk geschreven thriller die je wat spanning en actie betreffen niet zal teleurstellen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *