RecensiesRomans

Recensie: Wij geluksvogels, Amy Bloom

Wij geluksvogels heeft veel in zich om van onder de indruk te raken: een fascinerende opening, een ontroerend einde waarin allerlei lijntjes samenkomen, een op het oog aansprekend plot, en natuurlijk een prachtig vormgegeven omslag. Het is dan ook jammer dat Amy Bloom er niet in slaagt de belofte waar te maken met haar roman, want er zijn misschien wel even zoveel minpuntjes op te noemen.

Om met die openingszinnen te beginnen – je leest ze zowat in elke recensie en ze mogen hier dan ook niet ontbreken: ‘De vrouw van mijn vader was dood. Mijn moeder zei dat we de auto naar zijn huis moesten nemen om te kijken wat er voor ons te halen viel.’ In die twee zinnen zit misschien wel de hele roman besloten. De ‘mijn’ heeft betrekking op Eva, een meisje aan het begin van haar pubertijd, dat in het vervolg in het bezit van een koffertje met wat persoonlijke spullen door haar moeder bij haar vader op de veranda wordt achtergelaten. Haar vader heeft een gezinnetje opgebouwd met een andere vrouw, die dus net daarvoor overleden is. Eva maakt kennis met haar oudere halfzus Iris en de twee raken onafscheidelijk.

Op een dag besluiten de twee meisjes hun vader te laten voor wat hij is en zoeken ze het avontuur op, naar Hollywood. Daar hoopt de talentvolle Iris door te breken in de filmwereld. Maar al snel is de lesbische Iris een liefdeservaring rijker en een illusie armer: het wereldje is hard, succes is niet alleen een kwestie van talent maar ook van persoonlijkheid. Gelukkig hebben ze er tenminste nog één vriend gemaakt, Francisco, die hen samen met hun vader – die plotseling weer op de stoep stond – vergezelt naar de andere kant van Amerika. In New York proberen ze een bestaan op te bouwen als samengesteld gezinnetje.

Er wordt in Wij geluksvogels nogal eens van perspectief gewisseld. Door de verhalende hoofdstukken heen lopen briefwisselingen van de hoofdpersonen die meer licht op bepaalde gebeurtenissen werpen. Die afwisseling houdt de roman levend en luchtig. Bovendien heeft Bloom een prachtige down-to-earth schrijfstijl die makkelijk leest en soms tegelijk onverwacht veel diepte bevat.

Toch overtuigt Amy Bloom in haar derde roman niet helemaal. Na het omslaan van de laatste bladzijde is er weinig aan het boek dat blijft hangen. Het verhaal, dat aanvankelijk zo veelbelovend leek, dooft halverwege uit als een nachtkaarsje. Misschien nog wel het meest opvallend is dat je het idee krijgt dat de personages, hun taalgebruik en hun gedrag niet helemaal in de tijd passen waarin het zich zou moeten afspelen. Het zou rond de oorlog moeten zijn, maar het voelt meer als de woelige jaren ’60 en ’70.

Wie op zoek is naar een meeslepend boek over de oorlogstijd in de VS en de band tussen twee zussen – wat je op basis van de flaptekst zou verwachten – komt wat bedrogen uit. Wij geluksvogels voelt ‘onaf’ en haastig in elkaar gezet. Tussen de regels door valt het talent van Amy Bloom te onderscheiden, maar over het geheel genomen had er meer in deze roman kunnen zitten.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *