We kennen Geert Mak als schrijver van boeken waarin hij grote gebeurtenissen en trends in de maatschappij koppelt aan het leven van de gewone man. De meest sprekende voorbeelden daarvan zijn Hoe God verdween uit Jorwerd en In Europa. In De levens van Jan Six neemt hij nu eens een wat minder gewone man onder de loep, of eigenlijk een familie van minder gewone mannen: de familie Six uit Amsterdam, over een periode van vier eeuwen.
Het begon allemaal met Jan Six, de man die leefde in de tijd van grote economische groei en schijnbaar onbegrensde mogelijkheden. Hij werd als zoon van een Noord-Franse immigrant in 1618 geboren en zou uiteindelijk 82 jaar worden. Tijdens zijn verblijf in het Amsterdam van de zeventiende eeuw kruiste zijn leven dat van talloze andere bekende zeventiende-eeuwers, maar hij zou vooral bekend blijven dankzij het werk van één man, Rembrandt van Rijn. Die vereeuwigde hem ongeveer op de helft van zijn leven in een schilderij dat nu bekend staat als een van zijn beste werken. Waar Rembrandt uiteindelijk als een vrijwel geruïneerd man zijn leven sleet, groeide Jan Six in aanzien en stond hij aan het hoofd van een geslacht dat in de loop der eeuwen invloed zou houden op de samenleving.
Geert Mak is een gelukkig man. Hij mocht als een van de weinige buitenstaanders diep graven in het familie-archief van de Sixen, in het familiehuis aan de Amstel. In dat huis bevindt zich nog altijd de collectie familiekunst, waaronder dat beroemde schilderij van Rembrandt. Maar ook dozen vol met archiefstukken, brieven, gedichten, dagboeken en allerlei gebruiksvoorwerpen waar in de loop der tijd geen afstand van gedaan kon worden.
Minutieus schildert Mak met woorden de levensloop van al die verschillende mannen in de familie die Jan Six als naam droegen, en beschrijft hij de huizen en buitenplaatsen waar ze woonden. Het grootste deel van zijn aandacht gaat uit naar de zeventiende eeuwse Jan Six, wat begrijpelijk is vanwege het feit dat zijn leven zich afspeelde in zo’n belangrijk tijdperk en hij de machtigste en rijkste van allen werd. We zien hoe zijn verstandhouding met Rembrandt veranderde, en we krijgen en passant flarden mee van de gebeurtenissen in de rest van de wereld die indirect invloed hadden op het leven van de familie Six, zoals de ontdekkingsreizen en de diverse oorlogen en politieke machtswisselingen.
Op zijn best is de auteur wanneer hij concrete voorwerpen uit de collectie kan verbinden aan gebeurtenissen en verhalen uit de levens van de familie Six. Op die momenten brengt Mak de geschiedenis tot leven en maakt hij de personages bijna tastbaar. Dat moet overigens ook de ervaring zijn die je krijgt als je in dat familiehuis tussen al die schilderijen van voorvaders en -moeders loopt. Alsof ze na al die tijd hun ogen nog goedkeurend dan wel afkeurend over het leven van hun nazaten laten gaan.
Op sommige momenten is De levens van Jan Six wel wat taai. Een echte rode draad in de opbouw van het boek lijkt te ontbreken. De diverse hoofdstukken volgen elkaar op als naast elkaar hangende schilderijen in een museum, ze hebben allemaal met elkaar te maken maar staan tegelijk los van elkaar. Ongeveer eenzelfde gevoel dat je soms bekruipt als je te lang in een museum hebt doorgebracht, kreeg ik daardoor ook na het lezen van dit boek: wat is nu eigenlijk het overkoepelende verhaal of idee?
Blijft overeind dat Geert Mak met De levens van Jan Six een uitstekende bijdrage heeft geleverd aan het in beeld brengen van de levensloop van de gegoede klasse in de Nederlandse samenleving over de afgelopen vierhonderd jaar. Samenhangend met de hoogte- en dieptepunten in de vaderlandse geschiedenis kende ook de familiegeschiedenis van de Sixen een op- en neergaande lijn. Interessant is Maks conclusie dat niet alleen de arme klasse als het ware opgesloten zat. Ondanks de vrijheid en eindeloze mogelijkheden die geld bood, waren ook de leden van de familie Six in feite gebonden. Aan status, aan verplichtingen tegenover politieke machten, aan persoonlijke relaties.