Het gebeurt vaker dat mensen worden veroordeeld voor iets wat ze niet gedaan hebben, maar vrijwel geen zaak uit de geschiedenis speelt zo tot de verbeelding als de Dreyfus-affaire. Literaire helden als Émile Zola en Marcel Proust bepleitten hartstochtelijk de onschuld van deze vermeende spion. Na 3 jaar eenzame opsluiting op een eiland in Midden-Amerika komt hij eindelijk weer vrij, maar het zou nog jaren duren voordat het leger officieel zou toegeven de verkeerde persoon te hebben aangepakt. Thrillerauteur Robert Harris schreef een boek over deze affaire, en eigenlijk het enige minpuntje is dat de afloop bij voorbaat al bekend is.
Majoor Georges Picquart speelt zich met zijn rol in de aanhouding en berechting van Alfred Dreyfus in de kijker bij zijn meerderen. Hij krijgt een eervolle baan aangeboden bij de steeds belangrijker wordende geheime dienst. Vanuit zijn kantoor heeft hij direct toegang tot de minister van Oorlog, en een grote carrière ligt in het vooruitzicht. Wanneer Dreyfus verbannen wordt naar Duivelseiland lijkt het land zich op belangrijker zaken te kunnen richten. Spanningen in het oosten met Duitsland en het bezoek van de tsaar aan Frankrijk verdrijven de berichtgeving over de algemeen verachte spion Dreyfus van de voorpagina’s. Vrijwel heel het land is overtuigd van de schuld van Dreyfus, de rechters concludeerden unaniem dat het bewijsmateriaal voor zijn spionageactiviteiten overtuigend genoeg was.
Picquart raakt op de schimmige burelen van de geheime dienst echter verwikkeld in een nieuwe spionagezaak. Een zekere Esterházy sluist geheime informatie door naar de Duitse ambassade. Picquart stelt alles in het werk om de spion te ontmaskeren. Bij het onderzoek komt de tot kolonel bevorderde Picquart er achter dat het bewijs in de zaak Dreyfus helemaal niet zo sterk was als iedereen geloofde. De veroordeling berust bovendien op een geheim dossier dat de verdediging nooit heeft ingezien. Al snel ontdekt hij bovendien dat het handschrift van Esterházy overeenkomsten vertoont met een document dat door Dreyfus geschreven zou zijn. En zo komt Picquart voor een gewetenskwestie te staan. Moet hij een oogje dichtknijpen voor het onrecht dat Dreyfus zo duidelijk is aangedaan en zijn meerderen gehoorzamen, of weegt het lijden van de in barre omstandigheden vastgezette Dreyfus zwaarder? Bijkomend probleem is dat Dreyfus Joods is, en het sentiment tegenover Joden verslechtert met de dag in het Frankrijk van rond de eeuwwisseling.
Zoals gezegd, de uitkomst van het verhaal is al lang en breed bekend, wat wel een essentieel deel van de spanning in De officier wegneemt. Robert Harris vertelt het verhaal soms zowat als een documentaire, en veroorlooft zich weinig vrijheden als het gaat om het plot. Dat stelt hem wel in staat om dieper op de overwegingen van de personages in te gaan, wat de spanning weer ten goede komt. Je leeft daardoor mee met de keuze waar Picquart voor komt te staan en voelt stap voor stap hoe zijn morele kompas hem langzaam maar zeker de goede richting op duwt.
Als geen ander weet de auteur ook de maatschappelijke onrust tastbaar te maken, met als dieptepunt de haat tegen Joden die de kop op steekt. We zitten op dat moment nog bijna vijftig jaar voor de Tweede Wereldoorlog en antisemitisme is dan zowat nog een deugd in de Franse samenleving. Een echte thriller kun je De officier niet noemen, eerder een spannende roman. En dan wel een met een plot dat rechtstreeks uit de fantasie van een schrijver als Dumas ontsproten zou kunnen zijn. Alleen is het dit keer waargebeurd, en dat maakt het boek meer dan simpelweg een meeslepend verteld verhaal uit de geschiedenis. Overal waar men een ander belang dan het belang van mensen vooropstelt kunnen levensgevaarlijke fouten gemaakt worden.