Een kathedraal van een boek, zo zou je Jan van Akens roman De Ommegang kunnen noemen. Hij is vuistdik, speelt zich af in de middeleeuwen, en is zorgvuldig opgebouwd, met aandacht voor details. Centraal staan de belevenissen van een Engelse wees, Isidoor, die op zijn zoektocht naar kennis en invloed de halve wereld over reist. Een roman over de kracht én de beperkingen van het verstand en het geheugen.
Want het geheugen speelt een centrale rol in het leven van Isidoor. Al van jongs af aan leert hij zichzelf aan om herinneringen in zijn gedachten te ordenen volgens mathematische, bouwkundige principes. Hij koppelt zijn belevenissen, alles wat hij leest en ziet, aan gebouwen die hij in zijn geest construeert.
“Je haalt je een plek voor de geest, bijvoorbeeld een huis, waarin je kamers, kelders, nissen en muren kunt gebruiken om de zaken te plaatsen die je wilt onthouden. Je probeert die zaken in een treffend beeld te vangen, een beeld dat door zijn schoonheid, door de ontroering die het opwekt, of juist door groteske absurditeit – gedachten zijn immers vrij – eenvoudig oproepbaar is in het geheugen.”
Die gave stelt hem in staat om ver te komen. Verder dan je op grond van zijn afkomst zou vermoeden. Als wees groeide hij op in een klein klooster in Engeland. Daar zijn ze onder de indruk van zijn talenten. Eerst wordt hij aangesteld als bibliothecaris, en in die functie leest hij alles wat los en vast zit. In de boeken ontdekt hij zijn roeping: bouwmeester worden. Al snel krijgt hij ook de kans om een opleiding te gaan doen. Hij stippelt een levenspad uit dat hem de meeste kans geeft te gaan doen waar hij van droomt.
Via Oxford belandt hij in Parijs en Italië, waarna hij beseft dat zijn geluk wel eens verder in het oosten kan liggen. Hoe langer hoe meer lijkt zijn levenspad echter ook vooral een speelbal van het lot. Steeds weet hij wel weer de zaak naar zijn eigen hand te draaien. Uiteindelijk brengen zijn reizen hem zelfs tot in China.
De roman wordt grotendeels verteld in flashbacks. Aan het begin zit Isidoor namelijk in een donkere kerker, waar hij een medegevangene vermoedt. Hij besluit zijn verhaal aan deze onbekende te vertellen. Ook om voor zichzelf op een rijtje te kunnen zetten waar het mis ging. Want dat er in zijn plannen iets mis moet zijn gegaan is wel duidelijk, anders zat hij hier niet. Maar wat? Is de methode die hij gebruikte om zijn kennis in zijn geheugen te griffen wellicht niet zo onfeilbaar als gedacht?
Een soort kruising tussen een boek van Ken Follett en Umberto Eco, zo zou je deze historische roman kunnen zien. De avonturen van Isidoor worden beeldend beschreven, steeds wil je weer weten hoe het verder zal lopen. Daarnaast is het interessant om te lezen over de manier van leven en reizen in de middeleeuwen. Het enige dat hierbij in negatieve zin opvalt is de aandacht voor banale zaken, het lijkt soms alsof een groot deel van het leven in de steden maar om een ding draaide, seks, in allerlei extreme vormen, en drinkpartijen. Terwijl het waarschijnlijker is dat de moraal toentertijd ook weer niet zoveel verschilde van hoe het er nu voor een groot deel van de wereld aan toe gaat. Over die kleine bouwkundige misser in deze roman moet je misschien wel even heenstappen voordat je er helemaal in kunt opgaan.