‘And all we have, in the end, are the choices we make’, staat als motto bovenaan de meest recente roman van Joke van Leeuwen. Maar voor de hoofdpersonen van De onervarenen valt er over het algemeen in het leven niet veel te kiezen. Het leven is meestal vooral iets dat ze overkomt. En als ze dan op het punt komen waarop ze een levensveranderende keuze kunnen maken, maken ze, achteraf gezien, de verkeerde keuze.
Odile is het enige kind van haar alleenstaande moeder, die vanwege haar buitenechtelijke zwangerschap verstoten werd en op een gegeven moment zelfs in een zwakzinnigengesticht belandt. Zwakzinnig is ze echter allerminst, maar wel behoorlijk vrijgevochten. Dat karaktertrekje heeft haar dochter wat minder, die door de opname van haar moeder het huurhuis uit moet en in de armen van de wat oudere pachter Koben belandt. Ondanks dat ze nogal wat verschillen, Odile kan bijvoorbeeld lezen en schrijven, Koben niet, sluiten ze een verbond, bijna tegen wil en dank. De volgzame Odile ziet het niet als een keuze, ze moest wel. Iets wat haar moeder haar later nog zal verwijten.
Wanneer op een gegeven moment de opbrengst van het land wegrot in de zompige klei, ontbiedt de pachtheer zijn onderdanen. Ze moeten van zijn land vertrekken, voor hen tien anderen die meer uit het land weten te halen. Odiles moeder, die inmiddels zoveel ophef heeft veroorzaakt in het gesticht dat er weinig restte dan haar weer te laten gaan, komt opdraven met een pamflet van de Maatschappij voor Overzeese Volksplanting. De keuze lijkt eenvoudig: het kille noorden, met hetzelfde klimaat als hier, of het warme zuiden waar elk jaargetijde de rijpe vruchten aan de bomen hangen. Het kost wat moeite om de stugge Koben te overtuigen, maar eenmaal aan boord ontpopt hij zich zelfs tot een van de leiders van het kleine volk dat de tocht overzee waagt. Een heel klein volk trouwens, want bij het aan boord gaan zien ze dat de groep die het schip naar het noorden pakt een stuk groter is. Zouden ze de verkeerde keus gemaakt hebben? Een weg terug is er in elk geval niet meer.
In haar typerende stijl neemt Joke van Leeuwen je als lezer mee terug de tijd in. Net als in Feest van het begin laat de auteur je over sommige dingen liever in het ongewisse, zoals bijvoorbeeld de plek van handeling, dat moet je zelf bedenken op basis van de weinige aanwijzingen die er zijn. Daardoor krijgt het verhaal universele trekjes, bijna alsof het zich vandaag de dag nog steeds zo zou kunnen afspelen. Meer dan in Feest van het begin hebben de personages vlees en bloed. Mooi is de positie die Odile inneemt, verscheurd tussen loyaliteit aan haar man en haar moeder, die andere keuzes maakt.
In De onervarenen krijg je een indrukwekkend beeld van hoe het geweest moet zijn om in de negentiende eeuw je geboortegrond achter je te laten, puur en alleen om de belofte van oneindige rijkdommen in een ver onbekend land. En dan de teleurstelling en berusting als dat heel anders blijkt te zijn dan verwacht en beloofd. Een beklijvende roman met tegelijk aardse en poëtische zinnen en beelden. Een meeslepend verhaal over vrijheid en gebondenheid, over geloof en ongeloof, over recht en onrecht.