In dit betoverende debuut dat meer dan een eeuw omspant, gaat een jonge Amerikaan op zoek naar zijn Europese roots. De wat vlak uitgewerkte personages zijn de grootste smet, iets wat gelukkig grotendeels goedgemaakt wordt door het meeslepende verhaal.
De 23-jarige Tristan Campbell is juist klaar met zijn studie wanneer hij een brief ontvangt waarin hem gevraagd wordt contact op te nemen met een notariskantoor in Londen. De omvangrijke erfenis van Eerste Wereldoorog-veteraan en alpinist Ashley Walsingham is in bijna 80 jaar nog niet geclaimd, en Tristan is mogelijk de enige nog in leven zijnde erfgenaam, via zijn moeder.
Om aanspraak te kunnen maken op de erfenis, die vele miljoenen waard is, moet hij onomstotelijk kunnen aantonen afstammeling te zijn van Ashleys geliefde Imogen Soames-Andersson. Het probleem: tijdens de Eerste Wereldoorlog lijkt Imogen plotseling van de aardbodem verdwenen te zijn, en het kind waarvan ze in verwachting was eveneens. En nog een probleem: hij heeft nog maar twee maanden de tijd voor de termijn verloopt waarbinnen de erfenis geclaimd kan worden.
Zo begint een race tegen de klok die Tristan naar Europa voert, waar hij op een queeste gaat naar de waarheid omtrent zijn voorouders. Hij bezoekt de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog aan de Somme en gaat op zoek naar minuscule sporen uit het verleden die met hem en zijn overgrootouders te maken zouden kunnen hebben.
Justin Go vertelt het verhaal in vrij korte hoofdstukken die afwisselen tussen de personages en tijdperken waarin het verhaal zich afspeelt. Het ene hoofdstuk volgen we Tristan op zijn zoektocht en krijgen we via fragmenten van brieven een beeld van het verleden, het andere hoofdstuk reizen we af naar dat verleden en maken we het verhaal van Ashley zelf mee.
Dwars door de tijden heen is de rode draad niet het familiefortuin of de waarheidsvinding over het verleden, maar eerder het universele liefdesverhaal tussen man en vrouw. Zowel Ashley als Tristan leren in hele korte tijd een vrouw kennen die ze niet kunnen bieden wat ze van hen vraagt. Voor Ashleys geliefde is dat een keuze voor haar en tegen het geweld en een bijna zekere dood in de loopgraven. Voor Tristans liefde is dat eigenlijk dezelfde keuze, namelijk het afzien van een zoektocht naar een mythisch verleden en onmetelijke rijkdom – iets ongrijpbaars, het najagen van wind, net als wat Ashley aan het front deed – en het vinden van de zekerheid en rust in het hier en nu. “Soms is het moeilijk om onderscheid te maken tussen liefde en verlangen, zegt Mireille, maar het zijn twee heel andere gevoelens, en terwijl het ene kostbaar is, is het andere altijd zonde van je tijd.”
Justin Go’s De onverbiddelijke tijd is een knap geschreven roman die je erbij doet stilstaan hoe we vaak naar iets op zoek kunnen zijn zonder oog te hebben voor wat er om ons heen gebeurt. Net als in de mythische oerverhalen loopt dat vrijwel altijd verkeerd af. Of Tristan zijn erfenis uiteindelijk nu wel of niet kan opstrijken is niet van belang.
De auteur mist in zijn debuut helaas nog de ervaring om van zijn hoofdpersonages meer te maken dan poppetjes in een actiefilm. Zo missen veel dialogen diepte en zijn er nogal wat toevalligheden te bespeuren. Dat het boek desondanks toch geslaagd is zegt dan ook des te meer over het talent van de auteur. Want dat is er, als een ruwe diamant die hier en daar nog wat geslepen moet worden.