Non-fictieRecensies

Recensie: De zomer van 1823, Geert Mak en Marita Mathijsen

Hoe zag Nederland er aan het begin van de negentiende eeuw uit? Het was de tijd vóór de stoomtrein, voor grote machines, voor de industrialisatie. Nederland kwam net uit de Franse tijd, Vlaanderen was aangesloten bij ons land, er was een diepe kloof tussen rijk en arm, tussen stad en platteland. De negentiende-eeuwse schrijver Jacob van Lennep maakte in 1823 samen met zijn vriend Dirk van Hogendorp een reis door het land en hield een dagboek bij.

De zomer van 1823 was wat het weer betreft eigenlijk hetzelfde als zomers nu nog kunnen zijn. Felle regenbuien, verzengende hitte, afwisselend goed en slecht weer. De jongens Van Lennep, 21 jaar en Van Hogendorp, 25 jaar, trekken als een soort grand tour door Nederland, om de staat van het land te inspecteren. Het zijn beide Leidse studenten, opgegroeid in de hogere klasse, die wel eens met eigen ogen willen zien hoe de rest van Nederland leeft. Ook nemen ze de gelegenheid om bij tal van familieleden en kennissen op bezoek te gaan.

Hun tocht voert hen via Noord-Holland naar Friesland, om vervolgens via Drenthe, Overijssel, Gelderland en een stukje Duitsland verder naar het zuiden te gaan. Vanuit Brabant maken ze een sprongetje omhoog naar Utrecht, en daarna trekken ze nog verder naar het zuiden, naar Zeeland. Ze wandelen er wat op los, en maken vaak lange dagen, van een uur of zes ’s ochtends tot ’s avonds laat. Maar soms doen ze het ook rustiger aan, en nemen ze de tijd een stad grondig te verkennen, of op adem te komen in een of ander landhuis waar ze worden uitgenodigd.

Het verslag van hun tocht bleef na de dood van Van Lennep jarenlang ongelezen in de kast liggen. In de jaren ’40 verscheen het al eens onder de titel Nederland in den goeden ouden tijd, maar het kreeg pas echt weer aandacht met de bewerking in 2000 door Geert Mak en Marita Mathijsen. Er kwam destijds ook een televisieserie waarin de voettocht door Geert Mak nog eens deels overgedaan werd (leuk: de afleveringen kun je terugvinden op de website van Geert Mak). In 2018 verscheen een hernieuwde uitgave.

Het is een genot om de lotgevallen van Van Lennep en zijn vriend te lezen en het land door hun ogen te verkennen. Zeker als je wat bekend bent met de plekken waar ze zoal langskomen, voor mij persoonlijk met name Kampen, Utrecht en Zeeland. Je krijgt bovendien al snel de neiging om op internet aan de hand van het verhaal te kijken wat er over is van de plekken die ze bezoeken, of bepaalde herbergen en buitenplaatsen nog bestaan, de monumenten die ze bezoeken. De vele voetnoten en illustraties in deze mooie uitgave verhelderen de tekst en wekken nog meer interesse op.

Bovendien geeft het reisverslag van Van Lennep je een boeiend beeld van hoe de maatschappij er in die tijd uitzag. De tweedeling, het gevaar dat op de loer lag, de willekeur soms ook, het wantrouwen dat er was tegen buitenstaanders. En wat het kon doen als je de juiste familie en kennissen had. Het bijzondere aan dat alles is dat het aan de ene kant een heel andere tijd lijkt, maar er toch ook heel veel dingen nog hetzelfde zijn. De contouren van het Nederland van die tijd liggen er in onze tijd nog steeds herkenbaar bij.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *