De stad Leiden leent zich goed voor spannende thrillers met een historisch randje. De vele monumenten, het rijke verleden dat ongetwijfeld nog heel wat geheimen heeft, steegjes, besloten hofjes. En zeker als je er woont en gestudeerd hebt, zoals ik, kan je niet om een boek heen dat hoog in de bestsellerlijsten staat en op het eerste gezicht interessante en spannende thematiek bevat.
Het Pauluslabyrint is de tweede thriller van de Leidse schrijver Jeroen Windmeijer, en heeft dezelfde hoofdpersonen als zijn eerste, De bekentenissen van Petrus.
Peter de Haan, archeoloog aan de Universiteit Leiden, is uit interesse aanwezig bij de plaatsing van een ondergrondse afvalcontainer, de eerste in een reeks, door de burgemeester van Leiden. Bij het graven van de putten voor deze containers kunnen immers interessante archeologische vondsten gedaan worden. Wanneer de burgemeester de laatste berg aarde symbolisch wil weghalen, stoot hij met de graafmachine door de wand van een ondergrondse tunnel, waarbij de graafmachine half in het gat belandt.
Als Peter en een van zijn collega’s, professor Arnold van Tiegem, de gang verder onderzoeken, ontdekken ze een bebloede jongeman. En als niet veel later diezelfde professor en een vriendin van Peter spoorloos verdwijnen, begint een race tegen de klok die hem langs zowat alle hoogtepunten in het centrum van Leiden voert. Peter blijkt speelbal te worden van een geheime sekte die al eeuwenlang ondergronds leeft en nu de publiciteit opzoekt. Gaandeweg komt de hoofdpersoon een geheim op het spoor dat een heel ander licht werpt op de oorsprong van het christendom.
Wie was Paulus, en wat betekende hij voor het vroege christendom? In Het Pauluslabyrint wordt een alternatieve verhaal vertelt dan wat traditioneel over deze evangelieverspreider geleerd wordt. De auteur neemt veelvuldig de tijd om die alternatieve theorie toe te lichten en uit de doeken te doen, onder meer door de weergave van een soort visioenen van een van de hoofdpersonen, wat de vaart geregeld uit het verhaal haalt.
Neem de oude stad Leiden, een geheim genootschap, verborgen ondergrondse gangen, verwijzingen naar de geschiedenis van het vroege christendom, een moord, en je hebt alle ingrediënten van een boeiende thriller. Toch weet de auteur al die elementen niet helemaal tot een sluitend geheel te krijgen. Iets teveel theorie en te weinig bloedstollende spanning. Daarbij komt ook dat er veel moeite wordt gedaan het achterliggende plot geloofwaardig te maken: dat Paulus het christendom zou hebben gekaapt en er Mithras-elementen in verwerkt zou hebben. De serieuze geschiedschrijving is er wel over uit dat dit niet het geval was, ondanks dat Paulus onmiskenbaar zijn stempel op het vroege christendom gedrukt heeft. Het Pauluslabyrint is een onderhoudend en goed opgebouwd boek, maar helaas geen thriller die zich kan meten met het beste van Dan Brown.