‘Kismet’, opstaan als je valt. Dat begrip speelt een centrale rol in de debuutroman Morgenland van de Duitse auteur Stephan Abarbanell. We volgen een jonge Joodse vrouw in een zoektocht in het door de oorlog verscheurde Duitsland. Zij zelf moet ‘opstaan’, na een persoonlijk drama in haar thuisland Palestina, maar ook andere hoofdrolspelers in het boek moeten de rug rechten. Net zoals Duitsland zelf overigens, dat opkrabbelt uit een diep dal.
Het is 1946, een jaar na de oorlog. In het door de Engelsen bezette Palestina zijn de gemoederen allesbehalve bedaard. Op verschillende manieren proberen de Joden hun droom waar te maken: een eigen staat. Sommigen via officiële, politieke wegen, anderen via ondergrondse activiteiten en uiteindelijk geweld. Lilya Wasserfall zit daar precies tussenin. Haar pleegbroer is geradicaliseerd en dat blijkt niet zonder gevolgen. Zelf is ze meer van de diplomatieke manier, en zet ze zich in voor de wat meer georganiseerde kringen van verzet tegen de Britse overheid. Maar alle groeperingen in het na-oorlogse Palestina zijn zich ervan bewust dat geweld waarschijnlijk nodig is.
Wanneer Lilya door haar meerdere Ben Gedi wordt opgeroepen, hoopt ze dat haar rol in het verzet groter kan worden. Maar tot haar verbazing wordt ze naar Europa gestuurd. Daar moet ze een verslag schrijven van de situatie in de kampen, waar tienduizenden Joden wachten op een beslissing over hun toekomst. In eigen land zijn deze vaak niet meer welkom, naar Palestina mogen ze niet, en ook andere landen zoals de VS houden de deur dicht. Voor hen lijkt de oorlog nog altijd niet voorbij, want de situatie in de kampen is slecht. Tegelijk krijgt Lilya nog een extra opdracht mee: uitkijken naar een Joodse geleerde, van wie de Britten beweren dat hij dood is. Diens broer heeft echter redenen om te vermoeden dat hij misschien nog leeft.
En zo begint een reis door het verscheurde en gehavende Duitsland. Al vanaf het begin heeft Lilya het idee dat er meer achter haar opdrachten zit. Dat idee wordt versterkt door het gevoel dat ze vanaf het begin geobserveerd wordt. Waarom is iedereen eigenlijk zo geïnteresseerd in deze Joodse geleerde?
Stephan Abarbanell schreef met Morgenland een intrigerende roman over een tijd waarover we niet veel lezen in romans. De meeste boeken houden net voor of na de oorlog op, alsof dan de meest interessante tijd wel geweest is. Maar de tijd na de oorlog leent zich net zo goed voor een roman. In heel Duitsland zijn nog altijd grote vluchtelingenstromen, her en der lopen nog allerlei nazi’s rond die zich al dan niet proberen te verbergen, verschillende strijdkrachten hebben hun eigen gebied (Engelsen, Russen, Fransen), kortom, een enerverende tijd. En dan is er ook nog de strijd in Palestina, het ‘Morgenland’.
De stijl van de roman is beeldend en tegelijk actiegericht. Vooral in het begin maken de vele namen en tijdwisselingen het de lezer wat moeilijk, maar als je daar doorheen weet te kijken wacht je een spannende roman die de thematiek van het na-oorlogse Duitsland goed tot zijn recht doet komen. Het meest krachtig aan het boek is de goed afgewogen balans tussen grote politieke problemen en de persoonlijke drama’s van de hoofdpersonen. De roman doet dan ook verlangen naar meer van deze Duitse auteur.