RecensiesRomans

Recensie: De smalle weg naar het verre noorden, Richard Flanagan

Waar de Duitsers de concentratiekampen hadden, hadden hun Japanse bondgenoten de Birma-spoorlijn, ook wel Dodenspoorlijn genoemd. In een vooraf als onmogelijk bestempelde bouwtijd van 16 maanden werd een 415 kilometer lange spoorlijn aangelegd dwars door de jungle van Thailand en Birma. Meer dan 100.000 mensen kwamen om het leven bij de bouw van deze spoorlijn, waaronder veel krijgsgevangenen. Richard Flanagan schreef een overrompelend en meeslepend boek over de totstandkoming en de erfenis van dit gruwelijke project. Met recht van spreken, want zijn vader was een van de krijgsgevangenen die als slaaf moest werken bij de aanleg van de Birma-spoorlijn.

We volgen de Australische legerarts Dorrigo Evans in de jaren voor de oorlog, tijdens de oorlog en vooral ook na de oorlog, als hij tegen wil en dank een beroemdheid is geworden en veelgevraagd spreker is over de aanleg van de Dodenspoorlijn. In de oplopende internationale spanningen is een opleiding die naar het leger voert een logische keus. Als kind van arme ouders heeft hij ook weinig andere mogelijkheden dan zich vast te grijpen aan de beurzen die hij kan krijgen door zijn opvallende slimheid. Dorrigo kiest dan ook voor het leger, misschien ook wel om een al vastliggend burgerlijk leven en huwelijk met zijn vriendin Ella te ontwijken.

De eenheid van Dorrigo wordt over de hele wereld ingezet en dat brengt hem tot in Afrika, het Midden-Oosten, maar ook in Zuid-Oost Azië. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt door de Japanners en belandt uiteindelijk als arts bij een werkkamp midden in de jungle. Daar ziet hij van dichtbij hoe de gevangen militairen van lagere rangen steeds harder moeten werken om de megalomane plannen ‘van de Keizer’ uit te voeren. Het klimaat, de mishandelingen door de Japanse en Koreaanse bewakers, het harde werk en de weinige middelen maken het leven tot een hel.

Tegelijk loopt er door het verhaal een tweede verhaallijn. Net voor zijn vertrek naar het front beleefde Dorrigo namelijk een gepassioneerde liefde met de jonge vrouw van zijn oom Keith. Hij ontmoette Amy bij toeval in een een boekhandel, een scène die door Flanagan prachtig beschreven wordt. “Hij pakte een boek van de plank, en toen hij het naar zijn borst bracht, kwam het uit de schaduw in een van de bundels zonlicht. Hij hield het boek daar, keek naar dat boek, naar dat licht, dat stof. Het was alsof er twee werelden waren. Deze wereld en een verborgen wereld die alleen door kortstondig stralen laat middaglicht geopenbaard kon worden als de echte wereld – van vliegende deeltjes die woest draaiden, glinsterden, willekeurig tegen elkaar botsten en dan weer heel andere kanten opgingen.” Zijn affaire met Amy doet hem nog meer beseffen hoe weinig hij van Ella houdt. Hij weet zich geen raad meer en verlangt naar iets wat hem uit de situatie weghaalt. Desnoods een oorlog.

Die oorlog komt er dus inderdaad, en door de beeldende taal van Richard Flanagan zit je er meteen middenin. Het boek is in korte hoofdstukken opgedeeld en springt heen en weer in de tijd en van personage naar personage. Dat zorgt voor een levendig geheel, en maakt het ook makkelijk om de verschillende gezichtspunten te begrijpen. In de oorlog zoals Flanagan die beschrijft is er geen lijn tussen goed en kwaad maar zijn er slechts verschillende gradaties van ‘zijn’. De Japanse bewakers die mishandelen zijn opgegroeid in een cultuur waarin dat normaal is, hechten aan eergevoel en doen alles voor hun Keizer. Die cultuurverschillen vormen voor de auteur een voorzichtige weg naar een beter begrijpen van de gruwelijkheden, die overigens ook tot in alle detail worden beschreven.

Met De smalle weg naar het verre noorden schreef Flanagan een epische roman over gewone mannen die door ongewone omstandigheden in een hel terechtkomen. Genuanceerd beschrijft hij welke impact dat op hun leven heeft, hoe ze in de diepste dalen omhoog proberen te kruipen – en daarbij soms letterlijk verdrinken in een poel van drek – en ook hoe ze na de hel te hebben overleefd na de oorlog hun leven verder proberen te leiden. Vooral Dorrigo heeft het moeilijk en vlucht in leugens, overspel, onwil en plotselinge uitbarstingen van woede. Kampoverste Nakamura, die er heilig van overtuigd was dat wat hij deed tijdens de oorlog ‘goed’ was, raakt overhoop van de onvoorwaardelijke goedheid van zijn vrouw – en leert zo een ander, zuiverder soort goedheid kennen. Maar niet zonder dat zijn vertrouwde wereldbeeld daardoor instort.

Weinigen kunnen het, met zoveel gevoel voor timing en drama schrijven. Hoewel misschien niet iedereen gecharmeerd is van de dan weer epische en hoogdravende taal van Flanagan, en de dan weer aardse, rauwe observaties, is de roman niet voor niets onderscheiden met de Man Booker Prize. Een meesterwerk dus, dat iedereen met een interesse voor de oorlog moet lezen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *