RecensiesRomans

Recensie: Vissen hebben geen voeten, Jón Kalman Stefánsson

In de tiende roman van de IJslandse auteur Jón Kalman Stefánsson is zowat elke zin een poëtische parel en elk hoofdstuk een bevlogen beschrijving van het leven op het onherbergzame, afgelegen IJsland. Vissen hebben geen voeten is geen gemakkelijke roman, maar wel een die je overrompelt met mooie zinnen en een enigszins warrig maar meeslepend plot.

Na twee jaar ballingschap in Denemarken keert veertiger Ari terug naar zijn geboortegrond. In een klap kwam er twee jaar eerder een einde aan zijn huwelijk, dat tot dan toe ongecompliceerd maar vreugdevol leek. Nadat hij een pakje ontvangt van zijn oude, fragiele vader, reist Ari naar het afgelegen Keflavik, waar hij zijn eigen verleden en dat van zijn familie onder ogen zal komen.

In zijn jeugd was Keflavik een bruisende stad, dankzij de aanwezigheid van een Amerikaanse basis met vliegveld en een grote vissershaven. Met gevoel voor nostalgie, zonder zijn toevlucht tot clichés te nemen, beschrijft Jón Kalman Stefánsson de jonge jaren van Ari, door de ogen van een mysterieus alter ego. Maar geregeld wordt het verhaal ook onderbroken door episodes uit het verre verleden, uit de geschiedenis van de voorouders van Ari. De geschiedenis van zijn opa Odd en zijn oma Margret, hoe die elkaar ontmoetten in het noorden van IJsland en van elkaar gingen houden, ondanks dat er een oceaan tussen hen in zat. Maar ook het verhaal van zijn vader Jakob, die na de vroege dood van Ari’s moeder een nieuwe vrouw trouwt, drankzuchtig is, en moeilijk communiceert.

Vissen hebben geen voeten is bovenal het verhaal van een jeugdliefde die nooit onder woorden werd gebracht, nooit meer heeft kunnen worden dan een droom. Maar die na al die jaren onverwacht diepe wonden heeft achtergelaten.

Citeren uit deze roman zou de niet-geciteerde zinnen tekort doen. Jón Kalman Stefánssons nieuwste roman moet je zelf ervaren, zeker als je een zwak hebt voor onherbergzame streken, het in woorden proberen te vatten van de natuurkrachten die IJsland honderdduizenden jaren in hun greep houden en gevormd hebben. Ook de mensen zijn erdoor gevormd overigens, en ook dat komt terug in deze lyrische roman.

De poëtische taal in de roman slijpt de scherpe randjes van de gebroken levens die beschreven worden, erodeert ze zoals de wind en de zee het landschap. Onder die gladder gemaakte werkelijkheid geeft de auteur universele begrippen als de zin van het leven, de liefde en de vergankelijkheid een plaats, soms onopvallend, vaak ook met zinnen die ze tastbaar maken.

Een voor sommigen misschien zwak punt aan deze roman is de wat warrige structuur, die snel en makkelijk lezen in de weg staat. Wil je echter de moeite nemen om de zinnen te doorgronden, soms twee keer te lezen, soms nog eens terug te bladeren, dan staat je een zinnenprikkelende roman te wachten die veel van de magische en oeroude mythische aantrekkingskracht van IJsland weet over te brengen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *