Inspiratie

Vijf van de beste boeken van Günter Grass (1927-2015)

De Duitse auteur Günter Grass is vanmorgen op 87-jarige leeftijd overleden. Hij kreeg in 1999 de Nobelprijs voor de Literatuur, vanwege zijn ‘dartele zwarte fabels die het vergeten gezicht van de geschiedenis portretteren’. Welke vijf boeken van hem moet je in elk geval gelezen hebben? De blikken trom (Die Blechtrommel) Hoofdpersoon van de roman is Oskar, die als dwerg min of meer onder en boven de wet is gesteld en de wereld observeert zonder taboes te kennen. Op zijn onafscheidelijke trom slaand wandelt hij door het leven, door het Derde Rijk, door de oorlogsjaren, door het Wirtschaftswunder. Hij wordt medewerker van het ‘Fronttheater’, gaat in de zwarte handel, in de kunst, gaat werken bij een bedrijf dat grafzerken produceert, speelt in een jazzorkest, hij wordt van een moord verdacht, maar de echte dader wordt gevonden en Oskar vreest nu dat hij binnenkort ontslagen wordt uit het rustige gekkenhuis waar hij zijn levensverhaal schrijft. Kat en Muis (Katz und Maus) Joachim Mahlke is de eerzuchtige leider van een groepje scholieren in Danzig. Hij vestigt de aandacht op zich door zijn gewaagde spelletjes en uitdossingen. Maar één keer gaat hij te ver, en wordt hij van school getrapt. Als de oorlog uitbreekt is Mahlkes onbezorgde jeugd voorbij. Hij blijft echter zijn best doen om zijn beschadigde reputatie te herstellen. Zijn eerzucht blijkt dodelijk te zijn. Hondenjaren (Hundejahre) De drie vertellers in deze roman belichamen drie mogelijkheden om met het verleden om te gaan, overeenkomstig hun rol in het centrale gebeuren: die van slachtoffer, van getuige en van dader. In het begin van de roman staart de heer Brauxel, eigenaar van een Poolse mijn, uit over de Weichsel, de rivier rondom welke zich in de jaren twintig de kindertijd van de figuren Waltern Matern en Eduard Amsel afspeelt. Aan het eind van de roman trekt Walter Matern, die bepaald een gestoorde relatie met het verleden heeft, met de hond van Hitler (!) door het naoorlogse Duitsland. In Krabbengang (Im Krebsgang) Een journalist heeft weinig zin om het verhaal te schrijven over een bijna vergeten scheepsramp die plaatsvond op een koude januarinacht in 1945 in de Oostzee. Zijn moeder, overlevende van de ramp, heeft hem dit verhaal al honderdmaal verteld. Nu, vijftig jaar later, ontdekt hij dat er een vervolg aan vast zit, een vervolg dat hem direct aangaat. Het begint allemaal op 4 februari 1936: vier schoten maken een einde aan het leven van de hoge Duitse nazi-functionaris Wilhelm Gustloff. De dader, een joodse student, hoopt zo verzet op te roepen. De nazi´s maken van Gustloff een martelaar en noemen zelfs een schip naar hem. Tijdens de oorlog dient het als hospitaalschip totdat het op 30 januari 1945, overladen met bijna tienduizend mannen, vrouwen en kinderen, de haven van Gotenhafen bij Danzig uitvaart. De passagiers zijn burgers die op de vlucht zijn voor het Sovjet-Russische leger, maar ook terugtrekkende Duitse soldaten.. Diezelfde nacht wordt het schip door een onderzeeër van de Russische marine tot zinken gebracht en vindt de grootste scheepsramp uit de geschiedenis plaats. De bot (Der butt) In De bot geeft Günter Grass zijn visie op de verhouding man-vrouw, de emancipatie van de vrouw, de rol van de man in de geschiedenis. Grass schrijft een geschiedenis van de mensheid vanaf het begin der tijden tot het heden vanuit het gezichtspunt dat wat mensen doen in grote mate bepaald wordt door wat ze eten. En wie was -traditioneel- verantwoordelijk voor het eten?

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *